Logboek
Radioamateurs noteren hun verbindingen in een logboek.
In dit logboek vermeldt een radioamateur al zijn verbindingen (een ONL de gehoorde verbindingen).
De gegevens die in het logboek worden vermeld zijn: roepletters van elk station, datum en tijd in UTC, band (eventueel de frequentie in MHz tot op een KHz, vb 14.250), mode, het rapport, eventueel het aangewende zendvermogen.
Een ONL of SWL vermeldt buiten de hierboven opgesomde gegevens ook nog het roepteken van het station waarmee het gehoorde station een verbinding heeft gemaakt. Het heeft geen zin stations te loggen die geen verbindingen maken. De gehoorde amateur kan dan het QSO niet terugvinden in zijn log. Het vermogen zal een ONL natuurlijk ook niet vermelden.
Het is ook aan te raden om eventuele verdere gegevens van het station zoals QTH en naam te vermelden. Indien het verbindingen betreft die tijdens een wedstrijd gelogd worden is het aan te bevelen om het verzonden rapport te noteren zodat dit later ook op de QSL kaart kan vermeld worden.
In vroegere tijden werd gebruik gemaakte van een logboek op papier.
Met de ingang van computers zijn ondertussen de meerderheid van de radioamateurs overgeschakeld naar een logboek op computer.
Ook voor luisterameteurs is dit mogelijk. Dit is zelfs aanbevolen indien je digitale luisterrapporten, QSL’s wil verzenden. Zie hierover meer uitleg onder de rubriek QSL.
Er bestaan voor de zendamateur verschillende goede logprogrammas op computer, waaronder ook enkele volledig gratis.
Een gratis programma dat zeker aan te raden is en ook door een luisteramateur kan gebruikt worden is Logger32.